Vertaal
Vertalingen have one's seat EN>NL
to have one's seat gevestigd zijn (ww.) ; gezeten zijn (ww.) ; leven (ww.) ; logeren (ww.) ; resideren (ww.) ; verblijven (ww.) ; wonen (ww.) ; zetelen (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `have one's seat`
Voorbeeldzinnen laden....